Het etiket: wat erop staat, zit erin

Mag ik mijn kerstkoek wel kerstkoek noemen? Wiepkje Colijn, beleidsadviseur Voedselveiligheid bij de NBOV, beantwoordt regelmatig vragen van bakkers over de naamgeving van producten. ‘Het antwoord op zo’n vraag is vaak een vrij technisch verhaal. De naam van een product bepaalt voor een groot deel het beeld dat de klant ervan heeft, en of hij het wil kopen. Een naam moet dus allereerst aantrekkelijk zijn. De etiketteringswetgeving zegt echter dat op het etiket ‘een juiste benaming’ moet staan. Dit kan een wettelijk voorgeschreven naam zijn, of – als die ontbreekt – een gebruikelijke naam of een goede omschrijving van het product. Een handelsnaam of fantasienaam mag je niet als wettelijke benaming gebruiken. Een combinatie van een fantasienaam en een wettelijke benaming mag wel, als die elkaar niet tegenspreken. Dus niet “krentenwegge” als fantasienaam voor een brood dat vervolgens wordt omschreven als “krentenrozijnenbrood”, maar wel “kerstkoek” (fantasienaam) en “roomboter-walnootkoek” (juiste wettelijke benaming).’