Heldere conclusies bij onderzoek naar verneveling

Heldere conclusies bij onderzoek naar verneveling

Verneveling van desinfectie-middelen

Leendert van der Ent

Trends & Onderzoek


    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaalvismagazine.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Heldere conclusies bij onderzoek naar verneveling

    1.


    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaalvismagazine.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Heldere conclusies bij onderzoek naar verneveling

    1.

Chloordioxide en perazijnzuur zijn bekende middelen om procesapparatuur in de voedingsmiddelenindustrie te desinfecteren. Gemengd met water leidt het gebruik van chloordioxide tot residu. Kan verneveling met perazijnzuur een alternatief bieden? Wageningen Food & Biobased Research zocht het uit.

LEENDERT VAN DER ENT

Er gelden strenge Maximale ResiduLimieten (MRL) voor chloraat in voedingsmiddelen, onder andere als gevolg van desinfectie met chloordioxide. Chloordioxide (ClO2) verbindt chloor met zuurstof. In normale omgevingstemperaturen is het een geel gas. Het is zowel giftig als zeer corrosief – wat wil zeggen dat het oxidatieprocessen in gang zet. Voor gebruik van chloordioxide is toelating door het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) nodig. Een dosering van 0,4 deeltjes per miljoen deeltjes (ppm) chloordioxide is toegestaan in drinkwater. Daarom is het interessant om te beoordelen wat de laagst mogelijke dosering is die nog een effectieve desinfecterende werking heeft. Voor desinfectie van koel- en proceswater is een dosering van 0,3 tot 10 ppm toegestaan. Als er na desinfectie nog naspoeling wordt toegepast, kan Cleaning in Place (CIP) plaatsvinden met een hogere dosering van 10 tot 30 PPM.

Biofilms hardnekkig

In laboratoriumtesten onderzocht researcher Hasmik Hayrapetyan het effect van verschillende doseringen chloordioxide op de verschillende verschijningsvormen waarin micro-organismen kunnen voorkomen: op vrije cellen, op puntbesmettingen, op gehechte cellen en op cellen die in staat zijn geweest om – bijvoorbeeld binnen 24 uur – inmiddels een biofilm te creëren. Ook werd rekening gehouden met de locatie waar micro-organismen voorkomen. Biofilms van sommige microben, zoals Salmonella, vormen zich typisch op de grens van lucht en water (of vloeibare levensmiddelen) en listeria vormt zich goed onder water.
De zeer lage dosering van 0,4 ppm is na een inwerkingstijd van vijf minuten in staat om het aantal vrije cellen in lage aantallen te reduceren. Een ‘boost’ naar 2 ppm rekent weliswaar in hoge aantallen af met deze vrije cellen, puntbesmettingen en gehechte cellen, maar biofilms blijven grotendeels ongemoeid. Om biofilms met chloordioxidehoudend water te verwijderen moet de dosis flink omhoog: voor Listeria naar 30 ppm en voor Salmonella naar wel 50 ppm. Die dosering is dan weer zo hoog, dat de blootstelling van medewerkers een probleem wordt. Het voorkomen van biofilms is dus noodzakelijk. Het goede nieuws is dat lagere concentraties een preventieve werking hebben op de ontwikkeling van biofilms door inactivatie van de nog niet aangehechte vrije cellen. 

Fogging als alternatief

Een interessant alternatief voor desinfectie met verschillende vloeistoffen zou verneveling (fogging) van een vloeistof kunnen zijn, bijvoorbeeld van Perazijnzuur. Deze laatste vloeistof laat geen toxisch residu achter en doodt een breed spectrum aan micro-organismen. Hoe effectief is verneveling van water met 0,06% perazijnzuur via spuitmondjes eigenlijk in vergelijking tot een vloeistof voor de inactivatie van die organismen? De maat om dat aan af te meten is de D-waarde: de tijd die nodig is om een 90% reductie te bereiken. Als testobject werd een aseptische kast voor het vullen van flessen gebruikt. De ‘mist’ is gemakkelijk aan te brengen en bereikt moeilijke plekjes in de kast. Dankzij zorgvuldige testen bracht Wageningen Food & Biobased Research in kaart wat het effect van verneveling is op het afdoden van sporen van Geobacillus stearothermophilus. Deze sporen zijn zeer resistent tegen hitte en chemicaliën en daardoor moeilijk af te doden.

Vertraging

Bij toepassing van een vloeistof verloopt de reductie lineair naarmate de contacttijd toeneemt. Dat is bij de mist hetzelfde: de inactivatie is uiteindelijk even effectief. Er is wel één groot verschil: er treedt een vertraging op. Voor de gebruikte aseptische kast bedraagt dit ongeveer vier minuten, maar de vertraging hangt bij elke toepassing af van de grootte van het te desinfecteren object. Verneveling kost dus meer tijd, zeker bij grote oppervlakken. Maar het brengt ook voordelen met zich mee. Omdat de verdeling van mist over de ruimte goed is, leent de methode zich heel goed voor objecten met grillige vormen, met moeilijk bereikbare hoeken en gaten. Dat komt nog bovenop het voordeel waar het van begin af aan al om te doen was: dat bij toepassing van verneveling per saldo minder desinfectiemiddel nodig is dan bij andere manieren om desinfectievloeistoffen aan te brengen.

‘Een lage concentratie chloordioxide krijgt een biofilm niet weg, maar helpt wel bij preventie’

Strenge grens aan chloraat

Het gebruik van chloraat, een vervalproduct van chloordioxide, is verboden als bestrijdingsmiddel. Maar chloraat kan ook via drinkwater en het gebruik als desinfectiemiddel voor reiniging van procesapparatuur in levensmiddelen terechtkomen. De toegestane limiet is laag. De NVWA stelde in 2014 tijdelijke Nederlandse interventiewaarden vast op basis van een voorstel van de Europese Commissie en een Duitse voorlopige risicobeoordeling. Die interventiewaarden zijn voor alle plantaardige producten behalve groenten 0,1 mg/kg, voor alle groenten 0,25 mg/kg. Een uitzondering zijn wortelen, waarvoor 0,2 mg/kg geldt. Voor overige producten is de interventiewaarde 0,1 mg/kg. Nog lager is de grens voor babyvoeding: EG-verordening 396/2005 stelt hiervoor een grens van 0,01 mg/kg. Vooral die laatste limiet kan al snel worden overschreden, zonder dat bestrijdingsmiddelen met chloraat worden gebruikt.

Perazijnzuur

De vloeistof perazijnzuur (C2H4O3) is mengbaar met water. Het is op de markt verkrijgbaar als stabiele waterige oplossing van azijnzuur en waterstofperoxide. Sinds de jaren vijftig is het in gebruik voor de behandeling van groenten en fruit tegen bacteriën en schimmel. Perazijnzuur is een bekend desinfectans voor procesapparatuur in de voedingsmiddelenindustrie en voor medische instrumenten. Het voorkomt de vorming van biofilms. Perazijnzuur doodt micro-organismen zeer snel, doordat het de buitenste celmembranen oxydeert.


    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaalvismagazine.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Heldere conclusies bij onderzoek naar verneveling

    Vorige artikel

    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaalvismagazine.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Heldere conclusies bij onderzoek naar verneveling

    Volgende artikel